Islam

 

 

 

De betekenis van Islam en Iman


De Betekenis van Islam en ImanVraag 1: Wat is Islaam?

Antwoord  1:  Islaam  is  de  totale  overgave  aan  Allah  door  Hem  alleen  te  aanbidden  en  het monotheïsme te erkennen. En Hem dienstbaar te zijn in gehoorzaamheid en afstand te nemen van afgoderij. Allah de Verhevene zegt: “Welzeker! Wie zich volledig in overgave wendt tot Allah en die een weldoener is, voor hem is zijn beloning bij zijn Heer. Geen vrees zal over hem komen en zij zullen niet treuren.”[1]

En de profeet heeft gezegd: “De Islaam is het getuigen dat er geen god is dan Allah en dat Mohammed de boodschapper van Allah is, het verrichten van het gebed, het betalen van de Zakaat, het vasten in (de maand) Ramadaan en het verrichten van de bedevaart naar het Huis (in Makkah) mits je daar de middelen voor hebt.”[2]

Vraag 2: Wat is imaan?

Antwoord 2: Al-imaan is; geloven met het hart, spreken met de tong en praktiseren met de lichaamsdelen. Allah de Verhevene zegt: “De bedoeïenen zeggen: “Wij geloven.” Zeg (tegen hen O Mohammed): “Jullie geloven (nog) niet,” maar zeg (dat zij zeggen): “Wij hebben ons overgegeven,” want het geloof is jullie harten nog niet binnengegaan.”[3]

En hij zegt: “Al-imaan is het geloven in Allah, Zijn Engelen, Zijn Boeken, Zijn boodschappers, de Laatste Dag en geloven in de lotbestemming (Al-Qadar), zowel het goede als het slechte daarvan.”[4]

Al-H’assan Al-Basrie heeft gezegd: “Al-imaan is geen wens of versiering, het is het diepe geloof dat is verankerd in het hart en tot uiting wordt gebracht in de daden.”

Vraag 3: Wie is jouw Heer (Rabb)?

Antwoord 3: Mijn Heer is Degene die mij geschapen heeft en mij opgevoed heeft en alle schepselen verrijkt heeft met Zijn gunsten. Hij is Degene die ik aanbid, ik aanbid niemand naast Hem. Allah de Verhevene zegt: “Alle lof zij Allah, de Heer der Werelden.”[5]

 Vraag 4: Wat is jouw religie?

Antwoord 4: Mijn religie is de Islaam en is datgene wat in het Boek en de Soennah terug te vinden is over aanbidding en gehoorzaamheid aan Allah. Allah de Verhevene zegt: “Voorwaar, de (enige) Godsdienst bij Allah is de Islaam.”[6]

 Vraag 5: Wie is jouw profeet?

Antwoord 5: Mijn profeet is Mohammed. Hij is Mohammed Ibn ‘Abdiellah ibn ‘Abdoe l-moettalieb Ibn Haashiem. Hij is in Makkah geboren, zijn moeder is Aamienah bientoe Wahb. Hij is een profeet en boodschapper voor de gehele mensheid.

Allah de Verhevene zegt: “Zeg: “O mensen, voorwaar, ik ben de boodschapper van Allah voor jullie allen.”[7]

Hij is de laatste der profeten, na hem zal er geen enkele profeet of boodschapper komen. Allah de Verhevene zegt: “Mohammed is niet de vader van één van jullie mannen, maar hij is de boodschapper van Allah, de laatste van de profeten.”[8]

Hij werd een profeet toen het volgende aan hem geopenbaard werd, Allah de Verhevene zegt: “Lees voor! In de naam van jouw Heer, Die heeft geschapen.”[9]

En hij werd een boodschapper toen het volgende aan hem geopenbaard werd, Allah de Verhevene zegt: “O jij ommantelde. Sta op en waarschuw.”[10]

Aan hem werd de openbaring neergezonden toen hij veertig jaar was, 13 jaar nadat de openbaring naar hem gezonden werd, migreerde hij naar Madinah. Hij verbleef tien jaar in Madinah en overleed daar op een leeftijd van 63 jaar. Het eerste waar de boodschapper van Allah naar uitnodigde was tawh’ied (eenheid van Allah), d.w.z het geloven in “laa ielaaha iella Allah (er is geen god dan Allah): [niets en niemand mag aanbeden worden, behalve Allah].

Zijn Heer beval hem om mensen uit te nodigen alleen Allah te aanbidden. Zonder smeekbedes te richten aan anderen dan Allah, zoals de ongelovigen in die tijd gewoon waren te doen.

Zijn heer zei tegen hem: “Zeg: “Ik roep alleen mijn Heer aan en ik ken Hem in niets deelgenoten toe.”[11]

De boodschapper van Allah heeft gezegd: “Smeekbede is aanbidding.”[12]

Een moslim dient smeekbedes alleen aan Allah de Enige te richten. Hij mag niemand naast Allah smeken,  ook  geen  profeet  of  een  vroom  persoon,  omdat  alleen  Allah  in  staat  is  alle  wensen  te vervullen en zondes te vergeven, terwijl overledenen en anderen hier niet toe in staat zijn. Allah de Verhevene zegt: “En degenen die zij naast Allah aanroepen scheppen niets, want zij zijn (zelf) geschapen. Doden zijn zij zonder te leven. En zij weten niet wanneer zij worden opgewekt.”[13]

Vraag 6: Hoe denk je over de wederopstanding en hoe over het ontkennen hiervan?

Antwoord 6: Het is verplicht te geloven in de wederopstanding. Wie oprecht in Allah gelooft, kan dit niet ontkennen. Allah heeft alle schepselen uit het niets geschapen en is als Enige ook weer in staat deze schepselen weer tot leven te brengen.

Ontkenning van de laatste dag en de wederopstanding leidt naar ongeloof en de ongelovige zal eeuwig moeten verblijven in het Hellevuur.

Allah de Verhevene zegt hierover: “En hij geeft Ons een voorbeeld, terwijl hij vergeet hoe hij zelf geschapen is. Hij zei: “Wie doet de beenderen tot leven komen, terwijl ze gruis zijn?”  Zeg: “Hij Die ze de eerste keer heeft doen ontstaan, Die zal ze doen leven. En Hij is de Kenner van de gehele schepping.”[14]

Vraag 7: Wat zijn de tekenen van een goed einde voor een overledene?

Antwoord 7: Er zijn veel tekenen waaraan je kunt zien of iemand op een goede manier is gestorven. Als je een teken waarneemt, is dat een hele goede zaak voor de ziel van de overledene. Bijvoorbeeld:

  1. Het uitspreken van de twee getuigenissen bij het sterven.
  2. Het sterven in de nacht van donderdag op vrijdag, of op vrijdag overdag.
  3. Het sterven met een zwetend voorhoofd.
  4. Het sterven (marteling) in een slagveld.
  5. Het sterven op weg naar een slagveld, want dit is dan iemand die gesneuveld of overleden is voor een zaak van Allah. Dit kan iemand zijn die door de pest sterft, iemand die door een maagziekte of tijdens het overgeven sterft of iemand die door een opgeblazen buik sterft.
  6. Iemand die verdrinkt of overlijdt in een brand.
  7. Het sterven van een vrouw tijdens de bevalling.
  8. Het sterven door de pijn dat zit aan de binnenzijde van de ribben. (dhaatie al-djanb).
  9. Het sterven aan een longziekte.
  10. Het sterven tijdens het verdedigen van de religie, eigen ziel of bezit.
  11. Het sterven bij het bewaking tijdens de oorlog.[15]
  12. Het sterven tijdens het uitvoeren van een oprechte daad: zoals het opnoemen van de twee getuigenissen, het vasten of het geven van een aalmoes.[16]

In veel overleveringen is informatie over deze tekenen te vinden. Eén van deze overleveringen is wat de boodschapper van Allah zei: “Martelaarschap bevat zeven zaken naast het gedood worden in een slagveld: degene die in zijn buik gestoken wordt is een martelaar, degene die verdrinkt is een martelaar, degene die sterft aan pijn onder zijn ribben is een martelaar, degene die sterft aan een buikziekte is een martelaar, degene die sterft bij brand is een martelaar, degene die sterft onder het puin is een martelaar en de vrouw die sterft tijdens haar bevalling is een martelaar.”[17]

“Wanneer iemands laatste woorden “Laa ielaaha iella llaah” (Er is geen god dan Allah) zijn, met de intentie dit voor het aangezicht van Allah te doen, die zal het Paradijs betreden. En ook degene die vast, met de intentie dit voor Allah te doen, als die sterft tijdens het vasten, zal ook hij het Paradijs betreden. Wie sterft tijdens het verrichten van liefdadigheid, met de intentie dit ten dienste van Allah te doen, ook die zal het Paradijs betreden…”[18]

(Bron: Ibn Djamiel Zienoe, Mohammed, De Islamitische geloofsleer. Uit het Boek en de authentieke Soennah.)


[1] Soerat Al-Baqarah (2), vers 112

[2] Overgeleverd door Moesliem

[3] Soerat Al-H’oedjoeraat (49), vers 14

[4] Overgeleverd door Moesliem

[5] Soerat Al-Faatih’ah (1), vers 2

[6] Soerat Aal-‘imraan (3), vers 19

[7] Soerat Al-A’raaf (7), vers 158

[8] Soerat Al-Ah’zaab (33), vers 40

[9] Soerat Al-‘Alaq (96), vers 1

[10] Soerat Al-Moeddatthier (74), verzen 1-2

[11] Soerat Al-Djinn (72), vers 20

[12] Overgeleverd door At-tiermiedhie, hij heeft deze H’adieth als goed en authentiek gewalificeerd

[13] Soerat An-nah’l (16), verzen 20-21

[14] Soerat Yaasien (36), verzen 78-79.

[15] De opsomming 1 t/m 11 wordt aangegeven in een bekende H’adieth

[16] Zie het onderzoek met haar bewijzen in het boek “Ah’kaam Al-Djanaa-iez” van Al-Albaanie (moge Allah hem genadig zijn), blz. 34

[17] Authentiek verklaard door Al-H’aakiem en Ad-dzahabie.

[18] De keten van deze H’adieth is door Al-Albaanie authentiek gekwalificeerd

   
 


Quotes uit De Edele Koran

 

Soera (hoofdstuk) Taha 1-8


1. Taahaa.

2. Wij hebben u de Koran niet geopenbaard opdat gij (er door) ongelukkig zoudt worden.

3. Doch als een vermaning voor hem die (God) vreest.

4. Een openbaring van Hem, Die de aarde en de verheven hemelen heeft geschapen.

5. De Barmhartige, Die Zich nederzette op de Troon.

6. Hem behoort al hetgeen in de hemelen en op aarde is, eveneens hetgeen er tussen ligt en hetgeen zich onder de grond bevindt.

7. Of gij het woord luide verkondigt (of fluistert), Hij kent het geheime en verborgene.

8. Allah, - er is geen God dan Hij. Hij heeft de schoonste eigenschappen.


Hadith (overleveringen van de profeet Mohammed-vrede zij met hem)
“Voorwaar, wie een weg kiest waarin hij naar kennis zoekt, Allaah zal (hem) daarmee een weg naar het paradijs geven. En voorwaar, de engelen zullen hun vleugels laten neerdalen vanwege hun tevredenheid met degene die kennis vergaart. En voorwaar, degenen die zich in de hemelen en op de aarde bevinden en de vissen in de zee vragen voor hem om vergiffenis. En voorwaar, de waarde van een geleerde tegenover die van de aanbidder, is de waarde van de volle maan die in de nacht schijnt tegenover de rest van de planeten. En voorwaar, de geleerden zijn de erfgenamen van de profeten. De profeten hebben geen ‘dinar’ of ‘dirham’ nagelaten, maar hebben kennis nagelaten. Voorwaar, wie dat grijpt, hij heeft een overvloedig aandeel gegrepen.”